Vertalingen ontvallen NL>DE
ontvallen (ww.) | entfahren (ww.) |
ontvallen (werkw.) | herausrutschen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `ontvallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ontglippenNL: ontschietenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (de moed) ontviel hem
DE: entsank ihmNL: (dat woord) is mij in drift
ontvallen
DE: ist mir im Zorn entfahrenNL: (daarover) liet hij z. geen woord
ontvallen
DE: ließ er kein Wort fallen, verlauten