Vertaal
Naar andere talen: • onteren > ENonteren > ESonteren > FR
Vertalingen onteren NL>DE
onteren (ww.) angreifen (ww.) ; schänden (ww.) ; verletzen (ww.) ; überfallen (ww.)
onteren (werkw.) entehren
onteren degradieren ; entehren
Bronnen: interglot; Wiktionary; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `onteren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bevlekken
NL: ontwijden
NL: verkrachten