Vertaal
Naar andere talen: • overnachten > ENovernachten > ESovernachten > FR
Vertalingen overnachten NL>DE

overnachten

werkw.
Uitspraak:  [ovərˈnɑxtə(n)]
Verbuigingen:  overnachtte (verl.tijd ) heeft overnacht (volt.deelw.)

(ergens anders dan thuis) slapend de nacht doorbrengen - übernachten
overnachten in een hotelletje langs de weg - in einem kleinen Hotel am Weg übernachten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
overnachten (ww.) logieren (ww.) ; übernachten (ww.)
overnachten (werkw.) übernachten
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `overnachten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: logeren