Vertalingen oppas NL>DE
de oppas
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈɔpɑs] |
Verbuigingen: | oppassen (meerv.) |
iemand die tijdelijk voor kleine kinderen zorgt -
Babysitter/-in (die/der ~) We konden geen oppas krijgen, dus we konden niet komen. - Wir konnten keinen Babysitter bekommen, daher konnten wir nicht kommen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de oppas (m) | der Babysitter ; der Betreuer |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `oppas`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baby-sitterNL: babyoppasNL: babysitNL: babysitterNL: kinderoppasUitdrukkingen en gezegdes
NL: (die zieke heeft) een goede
oppas
DE: eine gute PflegeNL: (we hebben) geen
oppas vanavond
DE: heute abend keinen zum Aufpassen