Vertalingen ontsteking NL>DE
de ontsteking
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [ɔntˈstekɪŋ] |
Verbuigingen: | ontstekingen (meerv.) |
1) deel van je lichaam dat rood en gezwollen is en pijn doet medisch -
Entzündung (die ~) ontstekingsremmers - Entzündungshemmer |
2) deel van een verbrandingsmotor dat zorgt dat de verbranding begint technisch -
Zündung (die ~) ontstekingsmechanisme - Zündungsmechanismus |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de ontsteking (v) | die Ansteckung ; die Zündung ; die Zündschnur ; die Lunte ; der Kontakt ; der Kerzendocht ; die Infektion ; die Flamme ; die Entzündung ; der Docht |
ontsteking | Infektion ; Zündzeitpunkt ; Zündung ; Zündkondensator ; Zünden ; Zuendzeitpunkt ; Zuendanlage ; Sprengkapsel ; Kondensator ; Inflammation |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `ontsteking`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandoeningNL: infectieNL: inflammatieNL: lontNL: zweer