Vertalingen ontwapenen NL>DE
ontwapenen
werkw.
Uitspraak: | [ɔntˈwapənə(n)] |
Verbuigingen: | ontwapende (verl.tijd ) heeft ontwapend (volt.deelw.) |
(iemand of een land) dwingen wapens af te staan -
entwaffnen , abrüsten Bij de politie leer je hoe je een overvaller moet ontwapenen. - Bei der Polizei lernt man, wie man einen Räuber entwaffnen muss. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ontwapenen (ww.) | abrüsten (ww.) ; entwaffnen (ww.) |
het ontwapenen | die Abrüstung ; die Entwaffnung |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontwapenen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ontwapeningNL: wapens verminderen