Vertaal
Naar andere talen: • ontbloten > ENontbloten > ESontbloten > FR
Vertalingen ontbloten NL>DE

ontbloten

werkw.
Uitspraak:  [ɔntˈblotə(n)]
Verbuigingen:  ontblootte (verl.tijd ) heeft ontbloot (volt.deelw.)

(iets) ontdoen van wat het bedekt - entblößen
met ontbloot bovenlijf - mit entblößtem Oberkörper
De hond gromde en ontblootte zijn tanden. - Der Hund knurrte und entblößte seine Zähne.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ontbloten (ww.) aufdecken (ww.) ; auskleiden (ww.) ; bloßlegen (ww.) ; entblößen (ww.) ; enthüllen (ww.) ; freilegen (ww.) ; offen hinlegen (ww.)
ontbloten (werkw.) blecken ; entblößen
ontbloten Denudatio
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `ontbloten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bloot leggen