Vertalingen nek NL>DE
de nek
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [nɛk] |
Verbuigingen: | nekken (meerv.) |
achterkant van het deel van je lichaam waarmee je hoofd aan je lichaam vastzit -
Genick (das ~), Nacken (der ~) een stijve nek - ein steifer Nacken |
over je nek gaan van iets (=een grote hekel aan iets hebben) - etwas zum Kotzen finden
|
uit je nek kletsen (=onzin vertellen) - schwafeln
|
je nek uitsteken voor iets (=een risico nemen om iets te bereiken) - Kopf und Kragen riskieren
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de nek (m) | der Genick ; der Hals ; der Nacken |
NEK (Afkorting) | Kernkraftwerk Krsko |
nek | Genick ; Kamm ; Nacken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `nek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: halsNL: schouderUitdrukkingen en gezegdes
NL: de (zijn)
nek breken
DE: den Hals brechen, sich das Genick brechenNL: Iemand de
nek (breken)
DE: einem das GenickNL: Iemand in de
nek zien
DE: einen prellen, beschummelnNL: Iemand met de
nek aankijken
DE: einen keines Blickes würdigenNL: Iemand op zijn
nek zitten
DE: einem auf dem Nacken sitzen