Vertaal
Naar andere talen: • neuzen > ENneuzen > ESneuzen > FR
Vertalingen neuzen NL>DE
neuzen (ww.) herumkramen (ww.) ; schnüffeln (ww.) ; spionieren (ww.) ; stöbern (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `neuzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: rondkijken
NL: speuren