Vertaal
Naar andere talen: • meemaken > ENmeemaken > ESmeemaken > FR
Vertalingen meemaken NL>DE

meemaken

werkw.
Uitspraak:  ['memakə(n)]
Verbuigingen:  maakte mee (verl.tijd ) heeft meegemaakt (volt.deelw.)

erbij zijn als het gebeurt - mitmachen , erleben
Ik heb ervan gehoord, maar ik heb het nooit zelf meegemaakt. - Ich habe davon gehört, aber ich habe es nie selbst erlebt.
Ze is nog jong, maar ze heeft al heel wat meegemaakt. - Sie ist noch jung, aber sie hat schon ziemlich viel mitgemacht.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
meemaken (ww.) mitmachen (ww.)
meemaken (werkw.) durchmachen ; erleben ; mitmachen
meemaken erleben
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `meemaken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beleven
NL: ervaren