Vertalingen martelen NL>DE
martelen
werkw.
Uitspraak: | ['mɑrtələ(n)] |
Verbuigingen: | martelde (verl.tijd ) heeft gemarteld (volt.deelw.) |
(iemand) opzettelijk veel pijn doen -
foltern , martern © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
martelen (ww.) | foltern (ww.) ; kasteien (ww.) ; martern (ww.) ; peinigen (ww.) ; verletzen (ww.) |
martelen (werkw.) | foltern ; martern |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `martelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbeulenNL: folterenNL: kwellenNL: pijnigen