het lichaam

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈlɪxam]
Verbuigingen:	lichamen (meerv.)

al je botten, vlees en organen bij elkaar - Körper (der ~)
© K Dictionaries Ltd.

het lichaam	das Amt ; die Anatomie ; die Anstalt ; die Dienststelle ; die Einrichtung ; die Instanz ; der Korpus ; der Körper ; die Körperschaft ; der Leib ; der Rumpf ; die Stelle
lichaam	Corpus ; Hauptteil ; Rechtsträger

Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.




NL: anatomie
NL: bast
NL: college
NL: corpus
NL: instantie
NL: instelling
NL: lijf
NL: menselijk lichaam
NL: organisatie

NL: het lichaam des Heren DE: der Leib des Herrn
NL: (gezond) naar lichaam en ziel DE: an Leib und Seele
NL: over heel het lichaam (transpireren) DE: am ganzen Leib
NL: openbaar lichaam DE: öffentliche Körperschaft
NL: wetgevend lichaam DE: gesetzgebender Körper, gesetzgebende Körperschaft