Vertalingen kwispelen NL>DE
kwispelen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈkwɪspələ(n)] |
| Verbuigingen: | kwispelde (verl.tijd ) heeft gekwispeld (volt.deelw.) |
(van een hond) vrolijk zijn staart heen en weer zwaaien -
wedeln © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| kwispelen (ww.) | schwänzeln (ww.) ; wedeln (ww.) |
| kwispelen (werkw.) | schweifwedeln ; schwänzeln ; wedeln |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `kwispelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kwispelstaarten