Vertalingen kram NL>DE
kram
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [krɑm] |
| Verbuigingen: | krammen (meerv.) |
1) speciaal haakje om iets vast te maken -
Klammer (die ~), Krampe (die ~) | een wond hechten met krammetjes - eine Wunde klammern |
2) deel van de uitdrukking: -
uit je krammen schieten (=plotseling erg boos worden) - aus der Haut fahren
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de kram (v) | der Griff ; die Spange |
| de kram | die Klammer ; der Klammerhaken ; die Klemme ; der Klemmhefter |
| kram | Klammer ; Krampen ; Riemenkralle ; Spange |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `kram`

Voorbeeldzinnen laden....