Vertalingen kassa NL>DE
kassa
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈkɑsa] |
Verbuigingen: | 's (meerv.) |
voorwerp waar geld in zit en de plaats waar je betalingen kunt doen -
Kasse (die ~) de kosten van alle boodschappen optellen met de kassa en het ontvangen geld erin doen - die Kosten aller Einkäufe mit der Kasse zusammenzählen und das erhaltene Geld hereinlegen gereserveerde kaartjes voor het concert bij de kassa afhalen en betalen - reservierte Karten für das Konzert an der Kasse abholen und bezahlen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `kassa`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kasNL: kasregisterNL: loketUitdrukkingen en gezegdes
NL: per
kassa
DE: gegen (per) Kasse