1. MWB
  2. Vertalen
  3. kring (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • kring > EN • kring > ES • kring > FR
Vertalingen kring NL>DE

de kring

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [krɪŋ]
Verbuigingen:  kringen (meerv.)

1) cirkel - Kreis (der ~), Ring (der ~)
in een kring staan - in einem Kreis stehn
uitdrukking kringen onder je ogen

2) bij elkaar horende groep mensen - Kreis (der ~)
de huiselijke kring - der Familienkreis
politieke kringen - politische Kreise

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de kring (m) die Erfahrung ; der Erkundungsgang ; der Kettenring ; der Kreisform ; der Kringel ; der Ring ; die Runde ; der Rundgang ; der Stammtisch ; der Verkehr ; der Zirkel
de kringder Kreis
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kring`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: cirk
NL: cirkel
NL: cirkelvorm
NL: cyclus
NL: district
NL: gelederen
NL: kringel
NL: kringvormig
NL: rondje

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: blauwe kringen (onder de ogen) DE: blaue Schatten