Vertalingen koffer NL>DE
de koffer
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈkɔfər] |
Verbuigingen: | koffers (meerv.) |
1) soort stevige draagbare doos om bagage in mee te nemen -
Koffer (der ~) je koffers pakken voor de vakantie - vor dem Urlaub seine Koffer packen |
2) deel van de uitdrukking: -
de koffer in duiken (=(met iemand) vrijen) - mit jemandem schlafen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de koffer (m) | der Koffer ; der Kofferraum |
koffer | Handkoffer ; Koffer ; der Koffer ; Reisekiste |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `koffer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: achterbakNL: bagageruimteNL: handkofferNL: kofferbakNL: kofferruimteNL: valies