Vertalingen knipoog NL>DE
de knipoog
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈknɪpox] |
Verbuigingen: | knipoogogen (meerv.) |
keer dat je knipoogt -
Blinzeln (das ~), Zwinkern (das ~) iemand een knipoog geven - jemandem zuzwinkern |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de knipoog (m) | der Augenwink |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `knipoog`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lonkNL: oogwenkNL: seintje