Vertaal
Naar andere talen: • juweel > ENjuweel > ESjuweel > FR
Vertalingen juweel NL>DE

het juweel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [jyˈwel]
Verbuigingen:  juweelwelen (meerv.)

sieraad met edelsteen - Schmuckstück (das ~), Juwel (das ~), Edelstein (der ~)
Ze draagt dure juwelen. - Sie trägt teure Juwelen.
uitdrukking een juweel van een...

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het juweelder Edelstein ; der Edelsteine ; das Geschmeide ; das Juwel ; das Kleinod ; der Schmuckstein
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `juweel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bijou
NL: diamant
NL: kleinood
NL: oogappel
NL: pracht
NL: sieraad