Vertalingen inpakken NL>DE
inpakken
werkw.
Uitspraak: | [ˈɪmpɑkə(n)] |
Verbuigingen: | pakte in (verl.tijd ) heeft ingepakt (volt.deelw.) |
1) (iets) in een verpakking doen -
packen , einpacken mooi papier nemen om een cadeautje in te pakken - schönes Papier nehmen, um ein Geschenk einzupacken boeken in een verhuisdoos inpakken - Bücher in einen Umzugskarton packen |
je warm inpakken (=warme kleren aandoen) - sich warm einpacken
Het vriest. Pak je warm in. - Es friert. Pack dich warm ein.
|
2) klaarmaken om mee te nemen op reis door in een koffer of tas te doen -
packen Ik moet (de koffers) nog inpakken. - Ich muss (die Koffer) noch packen. bagage inpakken - Koffer packen |
inpakken en wegwezen (=snel weggaan) - Nichts wie weg von hier!
|
3) maken dat iemand je erg aardig vindt -
einwickeln Hij pakte haar helemaal in met zijn charme. - Mit seinem Charme wickelte er sie vollständig ein. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
inpakken (ww.) | charmieren (ww.) ; einhüllen (ww.) ; einpacken (ww.) ; einschlagen (ww.) ; eintüten (ww.) ; einwickeln (ww.) ; hüllen (ww.) ; packen (ww.) ; umhüllen (ww.) ; verpacken (ww.) ; wickeln (ww.) |
inpakken (werkw.) | einpacken ; einwickeln |
inpakken | Einpacken ; Papierverpackung |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `inpakken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: emballerenNL: inpalmenNL: inwikkelenNL: pakkenNL: verpakken