Vertalingen hurken NL>DE
I hurken
zelfst.naamw.
deel van de uitdrukking: -
op je hurken zitten (=met gebogen knieën op je voeten zitten) - hocken
|
II hurken
werkw.
Uitspraak: | [ˈhʏrkə(n)] |
Verbuigingen: | hurkte (verl.tijd ) heeft gehurkt (volt.deelw.) |
op je hurken gaan zitten -
niederhocken De dokter hurkte bij het kind dat was aangereden door een auto. - Der Arzt hockte sich bei dem Kind nieder, das von einem Auto angefahren worden war. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Voorbeeldzinnen met `hurken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: neerhurkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: op de
hurken gaan zitten
DE: sich hinkauernNL: op de grond
hurken
DE: am Boden kauern