Vertalingen hout NL>DE
het hout
zelfst.naamw.
1) materiaal van de stam en takken van een boom -
Holz (das ~) hout hakken voor de open haard - Kaminholz hacken |
Van dik hout zaagt men planken. (=<je zegt dit als iemand doortastend maar onzorgvuldig handelt>) - mit der Holzhammermethode vorgehen
|
Dat snijdt geen hout. (=dat is niet geldig of van belang) - Das ist uninteressant.
|
uit het goede hout gesneden zijn (=geschikt zijn) - aus hartem Holz geschnitzt sein
Wie naar dat oorlogsgebied gaat, moet uit het goede hout gesneden zijn. - Wer in das Kriegsgebied geht, muss aus hartem Holz geschnitzt sein.
|
2) deel van de uitdrukking: -
Ik snap er geen hout van! (=ik begrijp er helemaal niets van) - Ich verstehe überhaupt nichts.
|
3) deel van de uitdrukking: -
op eigen houtje (=zelfstandig, zonder overleg met anderen) - auf eigene Faust
De kleuter ging op eigen houtje naar school. - Das Kindergartenkind ging auf eigene Faust zur Schule.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het hout | das Holz ; die Hölzer |
hout | Holz ; das Holz ; Wald |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `hout`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: hout op stam
DE: Holz auf dem StammeNL: dood
hout
DE: Dürrholz (das)NL: gewaterd
hout
DE: eingewässertes HolzNL: luchtdroog
hout
DE: gewittertes HolzNL: alle
hout is geen timmer
hout
DE: nicht jedes Holz gibt einen BolzNL: (die opmerking) snijdt geen
hout
DE: trifft nicht zuNL: het ging van dik
hout zaagt men planken
DE: es ging tüchtig drauf losNL: het gaat daar van dik
hout zaagt men planken
DE: (royaal) dort wird aus dem vollen geschöpft