Vertalingen handdoek NL>DE
de handdoek
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈhɑnduk] |
| Verbuigingen: | handdoeken (meerv.) |
doek om je handen of je lichaam te drogen -
Handtuch (das ~) | badhanddoek - Badetuch |
de handdoek in de ring werpen (=ermee ophouden) - das Handtuch werfen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de handdoek (m) | aufgeben ; das Badetuch ; das Frottéehandtuch ; das Frottiertuch ; das Handtuch |
| de handdoek | das Handtuch. |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Engoi Woordenschatoefeningen
Voorbeeldzinnen met `handdoek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: droogdoek