Vertalingen ham NL>DE
ham
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [hɑm] |
Verbuigingen: | hammen (meerv.) |
stuk vlees van een varken -
Schinken (der ~) een boterham met ham en kaas - ein Butterbrot mit Schinken und Käse rauwe ham - roher Schinken beenham - Hinterschinken |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de ham | der Schenkel ; der Schinken |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `ham`

Voorbeeldzinnen laden....