Vertalingen hoogtepunt NL>DE
het hoogtepunt
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈhoxtəpʏnt] |
| Verbuigingen: | hoogtepunten (meerv.) |
belangrijkste moment -
Höhepunkt (der ~), Gipfel (der ~) | De wedstrijd bereikte zijn hoogtepunt in de laatste minuten. - Der Wettkampf erreichte seinen Höhepunkt in den letzten Minuten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het hoogtepunt | der Gipfel ; der Höhepunkt ; der Klimax ; der Orgasmus ; die Spitze |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hoogtepunt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: apogeumNL: apotheoseNL: climaxNL: hoogsteNL: piekNL: summumNL: topNL: toppuntNL: zenit