Vertalingen hechting NL>DE
de hechting
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [ˈhɛxtɪŋ] |
| Verbuigingen: | hechtingen (meerv.) |
draad waarmee een wond dichtgenaaid is -
Faden (der ~), Klammer (die ~) | De hechtingen mogen er morgen uit. - Die Fäden können morgen gezogen werden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de hechting (v) | die Wundklammer ; der Stich ; das nähen einer Wunde ; das nähen ; die Masche ; klammern (ww.) |
| hechting | Nahtstich ; Zusammenhang ; Verklebung ; Sutura ; Sutur ; 2) Adhaesion ; Klebefähigkeit ; Haftvermögen ; Haftvermoegen ; Haftung ; Haftfestigkeit ; Bindung ; Anzugsvermögen ; Adhäsion ; Adhaesion |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hechting`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hechting van een wondNL: littekenNL: vasthechting
