Vertaal
Naar andere talen: • gastheer > ENgastheer > ESgastheer > FR
Vertalingen gastheer NL>DE

de gastheer

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  xɑsther]
Verbuigingen:  gastheerheren (meerv.)

de gastvrouw

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  ['xas(t)frɑu]
Verbuigingen:  gastheeren (meerv.)

iemand die gasten ontvangt - Gastgeber/-in (die/der ~), Gastwirt/-in (die/der ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de gastheer (m) der Gastgeber
de gastheerder Wirt
gastheer Endwirt ; Gastgeber ; Wirt ; Wirtsorganismus ; Wirtstier
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `gastheer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: presentator