Vertalingen grootspraak NL>DE
de grootspraak (m) | die Großtuerei |
de grootspraak | die Angeberei ; die Aufschneiderei ; die Bravour ; die Großtuer ; die Großtuerei ; die Prahlerei ; die Windmacherei |
Bronnen: Wiktionary; interglot
Voorbeeldzinnen met `grootspraak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: branieNL: bravoureNL: dikdoenerijNL: geblufNL: gebralNL: gepochNL: opschepperijNL: snoeverijUitdrukkingen en gezegdes
NL: zonder
grootspraak
DE: (overdrijving) ohne Überhebung