Vertalingen gesprek NL>DE
het gesprek
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [xeˈsprɛk] |
Verbuigingen: | gesprekken (meerv.) |
situatie dat mensen met elkaar praten -
Unterhaltung (die ~), Aussprache (die ~), Gespräch (das ~) een gesprek met iemand aanknopen - ein Gespräch mit jemandem knüpfen Het onderwerp van gesprek is de toekomst van de vereniging. - Das Gesprächsthema ist die Zukunft des Vereins. |
in gesprek zijn (=niet opgebeld kunnen worden omdat je op dat moment met iemand anders belt) - im Gespräch sein
Ik kon je niet bereiken, want je was in gesprek. - Ich konnte ihn nicht erreichen, er war mitten im Gespräch.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het gesprek | die Auseinandersetzung ; die Aussprache ; die Debatte ; der Dialog ; der Diskurs ; die Diskussion ; das Geplauder ; das Gespräch ; die Konversation ; das Streitgespräch ; der Talk ; die Unerhaltung ; die Unterhaltung ; die Unterredung |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `gesprek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: conversatieNL: dialoogNL: discussieNL: mondeling onderhoudNL: onderhoudNL: samenspraakUitdrukkingen en gezegdes
NL: (met iemand) in
gesprek zijn
DE: ein Gespräch führen, (in onderhandeling) in Unterhandlung stehenNL: in
gesprek
DE: (tel.) besetzt