eend

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ent]
Verbuigingen:	eenden (meerv.)

watervogel - Ente (die ~)

eendjes voeren in het park - im Park Enten füttern

een vreemde eend in de bijt (=een vreemde tussen bekende mensen) - ein fremdes Gesicht in der Gruppe

een (lelijke) eend (=een Citroen deux-chevaux) - eine Ente

© K Dictionaries Ltd.

de eend	die Ente
eend	Ente ; die Ente ; Flugente ; Paddel ; schwimmende Nockenwelle

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary




NL: canard
NL: domkop

NL: tamme eend DE: Hausente
NL: wilde eend DE: Wildente
NL: domme eend DE: (vrouw) dumme Gans, (man) Schafskopf (der)
NL: een vreemde eend in de bijt DE: eine fremde Ente im Loch