Vertalingen economie NL>DE
de economie
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [ekonoˈmi] |
| Verbuigingen: | economieën (meerv.) |
(studie van) de manier waarop inkomsten en uitgaven van een land functioneren -
Wirtschaftswissenschaft (die ~), Vokswirtschaft (die ~) | een gezonde economie - eine gesunde Volkswirtschaft |
 een geleide economie
(=systeem waarbij de overheid een belangrijke rol speelt) - Planwirtschaft
|
| informele economie
(=dat deel van de economie dat niet in de officiële statistieken is opgenomen) - Schattenwirtschaft
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de economie (v) | die á–konomie ; die Konjunktur ; die Nationalökonomie ; die Staatsökonomie ; die Studium der á–konomie ; die Volkswirtschaft ; die Wirtschaft ; Wirtschaftswissenschaft ; die Wirtschaftswissenschaft ; die Ökonomie |
| economie | Wirtschaft ; wirtschaftlicher Wirkungsgrad ; Wirtschaftlichkeit ; Ökonomie ; Ökonomik |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `economie`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boerenbedrijfNL: economiestuNL: economiestudieNL: landhuishoudkundeNL: staathuishoudkunNL: staathuishoudkundeNL: volkshuishoudingNL: zuinigheidUitdrukkingen en gezegdes
NL: geleide
economie
DE: gelenkte Wirtschaft, Planwirtschaft, Wirtschaftslenkung (die)
