Vertalingen dijk NL>DE
de dijk
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [dɛik] |
Verbuigingen: | dijken (meerv.) |
hoge wal langs een rivier of de zee om het land droog te houden -
Deich (der ~) Zonder dijken loopt Nederland onder water omdat het land lager ligt dan de zee. - Ohne Deiche werden die Niederlande überflutet, da das Land unter dem Meeresspiegel liegt. |
iemand aan de dijk zetten (=iemand afwijzen, als geliefde of als werknemer) - jemanden abweisen
|
een dijk van een inkomen (=een bijzonder groot inkomen) - ein Supereinkommen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de dijk (m) | der Damm ; der Deich ; der Kehrdamm ; der Sperrdamm ; der Wall |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dijk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: damUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
dijk stoppen
DE: einen Deichbruch fangenNL: Iemand aan de
dijk zetten
DE: einem den Laufpaß geben