Vertalingen dutje NL>DE
het dutje
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈdʏcə] |
| Verbuigingen: | dutjes (meerv.) |
kort slaapje -
Schläfchen (das ~), Nickerchen (das ~) na het eten even een dutje doen - nach dem Essen ein Nickerchen machen
een middagdutje - ein Mittagsschlaf |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het dutje | das Nickerchen ; das Schläfchen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dutje`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dommelNL: tukjeNL: uiltjeUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
dutje doen
DE: ein Schläfchen, Nickerchen machen
