Vertalingen climax NL>DE
de climax
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈklimɑks] |
| Verbuigingen: | climaxen (meerv.) |
het belangrijkste moment -
Klimax (die ~), Höhepunkt (der ~) | Het tweede doelpunt vormde de climax van de wedstrijd. - Das zweite Tor bildete den Höhepunkt der Wettkampfs. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de climax (m) | der Höhepunkt ; der Klimax ; der Orgasmus |
| climax | Klimax ; Klimax (f., m.) |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `climax`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hoogtepuntNL: orgasme