Vertalingen cirkel NL>DE
de cirkel
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈsɪrkəl] |
| Verbuigingen: | cirkels (meerv.) |
volmaakt ronde, gesloten lijn -
Kreis (der ~) | in een cirkel staan om de boom - in einem Kreis um den Baum herum stehen |
 in een cirkel ronddraaien
(=steeds weer op hetzelfde punt terugkeren) - sich im Kreis drehen
|
| vicieuze cirkel
(=situatie waar je niet of moeilijk uitkomt) - Teufelskreis
de vicieuze cirkel van armoede doorbreken - den Teufelskreis der Armut durchbrechen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de cirkel (m) | die Erfahrung ; der Erkundungsgang ; der Kettenring ; der Kreis ; der Ring ; der Rundgang ; der Stammtisch ; der Verkehr ; der Zirkel ; der Zyklus |
| de cirkel | der Kreis |
| cirkel | Kreis |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `cirkel`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kringNL: rondje
