Vertalingen broer NL>DE
de broer
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [brur] |
| Verbuigingen: | broers (meerv.) |
een jongen of man met dezelfde vader en moeder als jij -
Bruder (der ~) ergens een broertje dood aan hebben (=iets erg vervelend vinden) - etwas auf den Tod nicht ausstehen können
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de broer (m) | der Bruder ; der Frater ; der Geistliche ; der Klosterbruder ; der Krankenpfleger ; der Pfleger ; der Sanitäter |
| broer | Bruder |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `broer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: broeNL: broeder