Vertalingen blind NL>DE
blind
bijv.naamw.
1) die met de ogen niets kan zien -
blind door ouderdom blind worden - altersblind werden |
blind zijn voor iets (=iets niet willen zien of begrijpen) - die Augen vor etwas verschließen
blind zijn voor de gevolgen van je daden - die Augen vor den Folgen der Tat verschließen
|
2) zonder openingen -
verblendet , blind Een blinde muur heeft geen ramen. - Eine Blendmauer hat keine Fenster. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
blind (znw.) | der Fensterladen ; die Jalousie ; der Rolladen |
het blind | blind |
blind | blind ; nicht sehen können ; Blende ; caecus ; Fensterladen ; Seeschlagblende |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `blind`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blindelingsNL: goedgelovigNL: luikNL: niet kunnende zienNL: niet zien kunnendNL: stekeblindNL: vensterluikUitdrukkingen en gezegdes
NL: blinde kaart
DE: stumme KarteNL: blinde landing
DE: BlindlandungNL: blinde passagier
DE: blinder PassagierNL: blind venster
DE: blindes Fenster, BlendfensterNL: blind voor (iets)
DE: blind für, gegenNL: niet
blind zijn voor de werkelijkheid
DE: vor der Wirklichkeit die Augen nicht verschließenNL: z.
blind staren op een idee
DE: sich in eine Idee verrennenNL: in den
blinde
DE: ins Blinde, (op goed geluk af) aufs Geratewohl