I het blik

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[blɪk]
Verbuigingen:	blikken (meerv.)

1) (verpakkings)materiaal van metaal - Blech (das ~)

een koektrommel van blik - eine Plätzchendose aus Blech

2) voorwerp van blik om voedsel in te bewaren - Dose (die ~)

een blikje soep - eine Dose Suppe blikgroenten - Dosengemüse

3) deel van de uitdrukking: -

stoffer en blik (=gereedschap om vuil weg te nemen) - Handfeger und Kehrschaufel de kruimels met stoffer en blik opvegen - die Krümel mit Handfeger und Kehrschaufel auffegen

II de blik

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[blɪk]
Verbuigingen:	blikken (meerv.)

keer dat of manier waarop je kijkt - Blick (der ~)

je blik over het landschap laten gaan - den Blick über die Landschaft gleiten lassen boze blikken - böse Blicke

een blik op iets werpen (=oppervlakkig bekijken) - einen Blick auf etwas werfen

iemand geen blik waardig /keuren gunnen (=doen alsof iemand er niet is) - jemanden keines Blickes würdigen

© K Dictionaries Ltd.

het blik	die Konservendose ; die Konservenbüchse ; der Kehrblech ; die Dose ; die Büchse ; die Blechdose ; die Blechbüchse ; das Blech
de blik (m)	die Konserve ; die Vorratsdose ; das Metall ; die Dose ; die Büchse ; das Blech ; die Augenaufschlag
de blik	der Blick
blik	Blech ; Weissblech ; Dose ; Blechdose ; Blechbüchse

Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aanblik
NL: blikje
NL: bus
NL: conservenblik
NL: conservenblikje
NL: dun metaal
NL: inzicht
NL: kijk
NL: metaal
NL: oogopslag

NL: in een blik (iets overzien) DE: mit einem Blick DE: (dun metaal) Blech (das) DE: (voor 'tvegen) Schaufel (die)
NL: blik en veger DE: Handbesen und Kehrschaufel
NL: levensmiddelen, vlees in blik DE: Büchsenkonserven (Mz), Büchsenfleisch (das)