Vertaal
Naar andere talen: • bochel > ENbochel > ESbochel > FR
Vertalingen bochel NL>DE

de bochel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈbɔxəl]
Verbuigingen:  bochels (meerv.)

dikke, ronde plek op de rug - Buckel (der ~)
een gebochelde man - ein buckliger Mann

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de bochel (m) der Buckel ; der Höcker
bochel Abstufbuckel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bochel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bult