Vertalingen bijpraten NL>DE
bijpraten
werkw.
Uitspraak: | [ˈbɛipratə(n)] |
Verbuigingen: | praatte bij (verl.tijd ) heeft bijgepraat (volt.deelw.) |
in een gesprek (iemand of elkaar) de laatste ontwikkelingen laten weten -
sich Neuigkeiten erzählen , sich das Neueste erzählen , miteinander plaudern We moeten nodig weer eens bijpraten. - Wir müssen uns unbedingt mal wieder das Neueste erzählen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bijpraten (ww.) | sich auf den neuesten Stand bringen (ww.) |
bijpraten | Neuigkeiten austauschen |
Voorbeeldzinnen met `bijpraten`

Voorbeeldzinnen laden....