Vertalingen bijnaam NL>DE
de bijnaam
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈbɛinam] |
Verbuigingen: | bijnaamnamen (meerv.) |
spottende naam die je van anderen krijgt -
Spitzname (der ~) Die kleine, dikke onderwijzer had de bijnaam 'varkentje'. - Diesere kleine, dicke Lehrer hatte den Spitznamen 'Schweinchen'. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bijnaam (m) | der Kosename ; der Scherzname ; der Spitzname |
bijnaam | Beiname ; der Beiname |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Antiquarian Dictionary
Voorbeeldzinnen met `bijnaam`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: naam