Vertalingen belagen NL>DE
belagen
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈlagə(n)] |
| Verbuigingen: | belaagde (verl.tijd ) heeft belaagd (volt.deelw.) |
in het nauw brengen en lastigvallen -
auflauern | De demonstranten belagen de minister. - Die Demonstranten lauern dem Minister auf. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| belagen (ww.) | auflauern (ww.) ; wegelagern (ww.) |
| belagen (werkw.) | bedrängen |
Bronnen: Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `belagen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedreigenNL: bestormen