Vertalingen afstappen NL>DE
afstappen (ww.) | aussteigen (ww.) ; herabsteigen (ww.) ; heruntersteigen (ww.) ; hinabsteigen (ww.) ; hinuntersteigen (ww.) ; steigen (ww.) |
het afstappen | das von etwas Absehen |
afstappen | absitzen ; absteigen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afstappen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdalenNL: afzienNL: afzien vanNL: omlaagstappenUitdrukkingen en gezegdes
NL: in een hotel
afstappen
DE: in einem Hotel absteigen, einkehrenNL: op iemand
afstappen
DE: auf einen zuschreitenNL: van dit onderwerp
afstappen
DE: dieses Thema verlassen, fahren lassen