Vertalingen amuseren NL>DE
I amuseren
werkw.
Uitspraak: | [amyˈzerə(n)] |
Verbuigingen: | amuseerde (verl.tijd ) heeft geamuseerd (volt.deelw.) |
aangenaam bezighouden -
amüsieren , unterhalten Het boek heeft me wel geamuseerd maar ik vond het niet geweldig. - Das Buch hat mich zwar unterhalten, aber ich fand es nicht besonders toll. |
II zich amuseren
reflexief werkw.
Uitspraak: | [amyˈzerə(n)] |
Verbuigingen: | amuseerde zich (verl.tijd ) heeft zich geamuseerd (volt.deelw.) |
zichzelf aangenaam bezighouden -
amüsieren , unterhalten zich op een kinderpartijtje kostelijk amuseren - sich auf einem Kinderfest köstlich amüsieren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
amuseren (ww.) | amüsieren (ww.) ; belustigen (ww.) ; ergötzen (ww.) ; genießen (ww.) ; unterhalten (ww.) ; vergnügen (ww.) |
amuseren (werkw.) | amüsieren ; sich amüsieren |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `amuseren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezighoudenNL: genietenNL: genot hebben vanNL: vermakenNL: zich vermaken