Vertalingen orgueil FR>NL
[ɔʀgœj]1 fait de se sentir supérieur aux autres - trots© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
orgueil (m) | de hovaardigheid (v) ; de zelfverheffing (v) ; de wuftheid (v) ; de verwaandheid (v) ; trots (znw.) ; de inbeelding (v) ; de ijdeltuiterij (v) ; de ijdelheid (v) ; de hovaardij (v) ; de aanmatiging (v) ; hoogmoedigheid (znw.) ; hoogmoed ; de hooghartigheid (v) ; de fierheid (v) ; het eergevoel ; eer (znw.) ; de arrogantie (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `orgueil`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: arroganceFR: gloireUitdrukkingen en gezegdes
FR: faire l'
orgueil de
NL: de trots zijn van