Vertalingen amoureux FR>NL
[amuʀø]1 qui ressent de l'amour pour ··· - verliefd
'être amoureux de ··· '
verliefd zijn op iemand2 relatif à l'amour - liefde(s)-
'un regard amoureux'
een liefdevolle blik3 qui aime beaucoup ··· - verzot (op)
'Il est amoureux de cette région.'
Hij is verzot op deze streek.[amuʀø]1 personne qui ressent de l'amour pour ··· - geliefde© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| amoureux (znw.) | de vrijers ; de vrijer (m) ; de vriendin (v) ; de snoes ; het scheetje ; de schattebout (m) ; de schat (m) ; de minnaars ; het maatje ; het liefje ; de liefhebber (m) ; de hartsvriendin (v) ; de gezel (m) ; de aanbidder (m) |
| amoureux (m) | de minnares (v) ; de minnaar (m) |
| amoureux | amoureus ; verliefd ; verkikkerd ; schatje ; poepje ; lieve ; liefste ; liefdevol ; liefderijk ; kameraadje ; duifje ; beminde ; amoureuze |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `amoureux`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: affectueuxFR: amantFR: amantsFR: amiFR: amisFR: avec tendresseFR: bien-aiméFR: bien-aimésFR: entichéFR: entichés
