Vertaal
Naar andere talen: • éconduire > DEéconduire > ENéconduire > ES
Vertalingen éconduire FR>NL
éconduire (ww.) afpoeieren (ww.) ; afschepen (ww.) ; afwimpelen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `éconduire`
Voorbeeldzinnen laden....