Vertalingen vérifier FR>NL
[veʀifje]1 contrôler - verifiëren - controleren
'vérifier un calcul'
een berekening controleren
'vérifier une adresse'
een adres checken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vérifier (ww.) | bepalen (ww.) ; zekerstellen (ww.) ; verifieren (ww.) ; vaststellen (ww.) ; nazoeken (ww.) ; navragen (ww.) ; natrekken (ww.) ; nasporen (ww.) ; naspeuren (ww.) ; iets opzoeken (ww.) ; determineren (ww.) ; checken (ww.) ; bewijzen (ww.) ; aantonen (ww.) |
vérifier | controleren ; zien ; uitzoeken ; uittesten ; toetsen ; reviseren ; proeven ; onderzoeken ; nazien ; nakijken ; nagaan ; inspecteren |
Bronnen: interglot; cibg.be; ICT-Woordenboek; Diving dictionaryVoorbeeldzinnen met `vérifier`

Voorbeeldzinnen laden....