Vertalingen vociférer FR>NL
vociférer (ww.) | brullen (ww.) ; donderen (ww.) ; foeteren (ww.) ; fulmineren (ww.) ; ketteren (ww.) ; kwaad zijn (ww.) ; schuimbekken (ww.) ; tekeergaan (ww.) ; tieren (ww.) ; uitroepen (ww.) ; uitschreeuwen (ww.) ; uitvaren (ww.) ; woedend zijn (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `vociférer`

Voorbeeldzinnen laden....