Zie ook:
tâcherVertalingen tacher FR>NL
[taʃe]1 marquer de taches, salir - (be)vlekken
'tacher la nappe'
vlekken maken op het tafellaken[tɑʃe]1 tâcher de faire ···
essayer de faire ··· - proberen iets te doen
'Je vais tâcher de ne pas oublier.'
Ik zal proberen het niet te vergeten.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tacher (ww.) | morsen (ww.) ; vuilmaken (ww.) ; vuil maken (ww.) ; vlekken (ww.) ; viesmaken (ww.) ; vies maken (ww.) ; trachten (ww.) ; smetten (ww.) ; proberen (ww.) ; pogen (ww.) ; knoeien (ww.) ; kladden (ww.) ; bevuilen (ww.) ; bevlekken (ww.) ; besmeren (ww.) ; bemorsen (ww.) ; bekladden (ww.) ; afgeven (ww.) |
tacher | verkleuren ; vlekken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tacher`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: rendre sale